Laatst bijgewerkt op 19 maart 2003
Wat hebben we nu weer aan de fiets hangen?
Als deze vraag wordt gesteld, nadat de rest van deze site is bekeken, dan zal dat bij niemand verwondering opwekken. Spelen op een orgel of met computers is heel iets anders dan de bokssport beoefenen. Toch blijkt het mogelijk te zijn om dat in één persoon te verenigen.
Voordat ik verder ga met mijn verhaal geef ik hieronder enkele links, die verbinding leggen met sites, die nadere informatie over boksen bevatten. De HAB-knop brengt je naar de site van de boksclub waarvan ik op dit moment secretaris ben (zolang dat duurt...), de knop met het embleem van de NBB geeft toegang tot de site van de Nederlandse Boksbond, de knop met District ZUID geeft toegang tot de mededelingen van het NBB district Zuid (althans gedurende een deel van het jaar!) en op de plattegrond van Helmond staat de plaats van ons clubgebouw aangegeven. Voor het geval je eens wilt komen kijken...
Als je wilt gaan boksen moet je bereid zijn daarvoor een zware training te ondergaan. Je uithoudingsvermogen wordt zwaar op de proef gesteld en door training vergroot. Soepelheid en snelheid van bewegen en coördinatie van de beweging worden uitgebreid getest en steeds weer verbeterd, want daarvan hangt een groot deel van je bokstechniek af. Deze dingen zijn van meer belang, dan van, zoals vaak ten onrechte wordt gedacht, spierkracht. Die is ook nodig, maar dan wel in combinatie met de eerder genoemde eigenschappen. Door brute kracht wordt je geen goede bokser! Wil je iets weten van de benamingen in de bokssport klik dan eens op bokstechniek.
BOKSEN IS MOOI!
Als
twee goed getrainde boksers in een wedstrijd bezig zijn of bezig zijn met
sparren is dat mooi om te zien. De variaties van de, in principe, eenvoudige
boksstoten, het soepele ontwijken, het katachtige uitdagen en afweren, het koele
reageren op treffers, de schijnbewegingen en -aanvallen, het voetenwerk en balans bewaren, het onschadelijk maken
van wat treffers hadden kunnen zijn, het lijkt wel een ballet, alleen is het
veel spannender! En als je dan, na verloop van tijd, zelf als acteur mag
optreden, dan geeft dat op zichzelf al een kick. En natuurlijk hoop je dat de
toeschouwers, die er bijna altijd wel zijn, ook plezier aan jouw optreden
beleven.
TRAININGSAVOND
Een trainingsavond bij de Helmondse Amateur Boksers (HAB) bestaat uit
diverse onderdelen, die met de nodige variatie regelmatig de revue passeren. Een
warming-up, bestaande uit een (veld)loop en/of touwtje springen opent de avond.
En zorg ervoor dat je op tijd (en liefst al even voor de begintijd) bezig bent
met opwarmen, want aan luie mensen heeft de trainer een hekel. Af en toe wordt
er een minuut pauze ingelast, waarin een aantal lichte lichaamsoefeningen worden
gedaan om alle spieren soepel en warm te maken. Daarna volgt meestal een rondje
schaduwboksen, d.i. boksen tegen een denkbeeldige tegenstander en daarbij
gebruik maken van alle technieken, die je vroeger geleerd hebt.
Hierbij wordt
niet op kracht gelet, maar op correcte techniek, soepelheid en snelheid. Nog
even touwtje springen, weer even schaduwboksen en dan de bokshandschoenen
aantrekken. Nieuwelingen in de club worden dan vaak apart genomen om ze de
basisstoten van het boksen en een goede bokshouding aan te leren. Voor de
anderen volgt een belangrijk onderdeel van de training, namelijk het verder
oefenen van bokstechnieken, zoals stoten, combinaties van stoten, ontwijken,
pareren, ontduiken, counteren en voetbewegingen. Dit doe je met een partner, die
om de drie minuten wisselt. De trainer geeft aan welke stoot of combinatie
geoefend moet worden en treedt, zo nodig, corrigerend op. Er wordt om beurten gestoten op de handschoen van de
ander. Hierbij gaat het ook weer vooral om de techniek, maar als die goed is,
dan wordt ook de kracht achter de stoot vergroot en getraind.
Dit is een
onderdeel van het programma, waar je lekker wat agressie en frustratie kwijt
kunt raken. Ook stoten oefenen op een bokszak is soms onderdeel van het
programma. Hierbij kan echt op kracht worden geoefend, zonder dat iemand
(anders) er nadeel van ondervindt. Intussen worden ook enkele leden in de ring getraind op ringtechniek
en sparren. Uiteraard maken de wedstrijdboksers hiervan ook gebruik. Aan het
einde van dit onderdeel wordt het zogenaamde "laatste rondje"
afgewerkt. Boksers van ongeveer gelijk postuur en gewicht proberen elk in 30
seconden zoveel mogelijk stoten, met links en recht, op de handschoen van de
partner te plaatsen en dan liefst met alle beschikbare kracht. En na 30 seconden
gaat die partner aan de gang. Zo worden dan de hoeken, directes en opstoten
afgewerkt. Na die drie minuten is iedereen het einde nabij. Als de trainer
tevreden is met de inspanningen van zijn pupillen, mogen ze hun handschoenen
uittrekken om deel te kunnen nemen aan het volgende onderdeel. Zo niet, dan komt
er nog een "allerlaatste rondje". Hoe de vlag er daarna bij hangt kun
je wel nagaan. Als afsluiting van de avond volgt dan nog een training waarbij
allerlei buikspieroefeningen, opdrukken en stretchoefeningen aan de beurt komen.
Al deze onderdelen komen bij elke training aan bod. Je begrijpt dus wel, dat je
na verloop van tijd aan je lijf kunt zien dat je aan een bokstraining deelneemt.
En je voelt je ook een stuk beter. Voor mezelf zeg ik dan: "Wie hart heeft
voor zijn lijf, moet hard zijn voor zijn lijf." En dat kan bij een
bokstraining!
HARDE SPORT
Boksen is een harde sport en
laat niemand je wijs maken, dat dat niet zo is. In een wedstrijd wordt getracht
de tegenstander door stoten te treffen en, als het kan, hard te treffen om hem
zo te dwingen op te geven. Bovendien probeer je gebruik te maken van de zwakke
kanten van de tegenstander en zwakke momenten van hem te benutten ten gunste van
jezelf. Verder zul je zelf proberen om niet te laten merken, dat je tegenstander
je goed heeft getroffen. Voor mensen, die
niet tegen een stootje kunnen of niet tot het uiterste van hun kunnen willen
gaan, is in de bokssport dus geen toekomst weggelegd. En toch is het zo, dat het
aantal blessures bij onze boksclub vrijwel nihil is en zeker beduidend minder is dan bij een gemiddelde
voetbalclub met hetzelfde aantal leden. En ja, dan bedoel ik ook eventuele
hersenschade. Dit heeft vooral te maken met de opstelling van onze hoofdtrainer.
Als iemand zich aanmeldt als lid wordt eerst gekeken welke vaardigheden hij op
boksgebied al heeft. En zeker wordt er niemand toegelaten tot een partijtje
sparren,
die nog niet bewezen heeft over voldoende bokstechniek te beschikken om dat
zonder onnodig risico te kunnen. Er wordt beslist niet blind gevaren op allerlei
verhalen, die soms opgehangen worden over de bokservaring in het verleden.
"Laat eerst je techniek maar eens zien en dan praten we wel verder" is
het standpunt. Ben je inderdaad technisch goed en wil je na verloop van tijd
wedstrijden gaan boksen dan zal ook weer de trainer beslissen of dat kan, ja of
nee.
DISCIPLINE
Wil je een goede bokser worden dan is discipline een van de
belangrijkste vereisten. Die discipline geldt voor diverse facetten. Zo zal een goede bokser
opletten met wat hij eet en in welke hoeveelheden. Roken en (alcohol)drinken kan
een bokser maar beter achterwege laten. En ook bij zijn training is discipline
nodig. Praten tijdens de training verstoort de concentratie en dient dus
achterwege te blijven. Luisteren naar wat de trainer zegt is belangrijk, niet de
kletspraat van anderen. En voor een wedstrijdbokser zijn drie avonden per week
trainen eigenlijk te weinig. Hij moet de discipline op kunnen brengen om op twee
of drie andere dagen voor zichzelf een loop- en trainingsprogramma af te werken. Lichamelijke conditie
bouw je namelijk niet op door niets te doen! Is het tijdens een training al
belangrijk om naar de trainer te luisteren, bij een wedstrijd is het van
cruciaal belang. Doen wat de trainer zegt, beslist vaak een wedstrijd in je
voordeel. Hij heeft buiten de ring vaak een beter overzicht over de situatie,
dan de wedstrijdbokser zelf.
RISICO
Dat je als bokser risico's loopt is een uitgesproken zaak en
voor een deel is dat ook de aantrekkingskracht van de sport. Gevaar onder ogen
zien en zo goed mogelijk daarop anticiperen is, zowel bij skiën en
bergbeklimmen, als bij het boksen, een essentieel aspect van de sport. Het
brengt spanning in je leven. Als je in je training zover bent, dat je van de
trainer de ring in mag voor een partij sparren, dan weet je, dat je daar tegen
een klap aan kunt lopen. En dat kun je echt voelen. Dat risico aanvaard je
of je doet dat niet. Neem je het besluit om het toch te doen, dan heb je op jezelf al een
overwinning behaald en dat geeft een goed gevoel. Ben je in je training nog
verder en wil je wedstrijden gaan boksen, dan zijn de risico's natuurlijk wat groter.
Zoals al eerder gezegd zal
een tegenstander proberen van jouw zwakke
kanten gebruik te maken om je tot opgave te dwingen. Hetzelfde zul jij met de
tegenstander doen. Was sparren nog training, nu wordt het een krachtmeting en daarmee ook
nog spannender. Maar een verhoogd adrenaline gehalte in je bloed is niet
onprettig. Bovendien is een bokser medisch beter af dan menig andere sporter,
want waar wordt je elk jaar medisch gekeurd en bovendien ook nog eens voor elke
wedstrijd? En mocht er tijdens een wedstrijd iets gebeuren, dan is er altijd een
dokter aanwezig om te beoordelen wat je moet doen om geen blijvend letsel op te
lopen. Verder zijn er van tevoren al diverse voorzorgen genomen om letsel tot
een minimum te beperken. Zo is het dragen van een goedgekeurde hoofdbescherming
verplicht, hebben boksers een mondbeschermer in en dragen ze bokshandschoenen en een tok.
Maar hoe IK erbij kom om te gaan boksen?
Dat is op zich niet zo moeilijk te snappen, maar het is wel weer een heel verhaal om te vertellen. Maar vooruit dan...
Heel lang geleden (zo beginnen sprookjes ook, maar wat nu komt is de waarheid!), in de tijd van studeren en scouting, ben ik lid geweest van een studenten boksclub. Toen ik bij Philips ging werken werd er druk uitgeoefend om daarmee te stoppen. Ik ben nog enige tijd, o.a. bij scouting doorgegaan, maar omdat de boksrisico's niet door het ziekenfonds werden gedekt, ben ik moeten stoppen, met pijn in mijn hart.
Toen
ik midden in de vijftig was, werd ik, zoals zo velen, geconfronteerd met een hartinfarct
. Dat was schrikken, maar ik was wel van plan om de
zaak weer zo goed mogelijk op de rails te krijgen. Verder was dat in de periode
dat men bij Philips al bezig was met reorganisaties en de mensen boven 55 jaar
de kans kregen om met werken te stoppen. Na in enkele
jaren nog een project, waaraan ik met anderen bezig was, te hebben voltooid, heb ik van die regeling gebruik gemaakt en ben vervroegd met pensioen
gegaan. De eerste jaren van dat pensioen heb ik voor een groot deel gebruikt
voor het schrijven van een computerprogramma om het ene muziekschrift in een
ander over te zetten, zoals ik ergens anders op deze site al heb beschreven.
Zoiets zorgt echter niet voor veel lichaamsbeweging en mijn conditie werd er ook
niet beter door. Het lichaamsgewicht nam wel langzaam toe en op een bepaald
moment merkte mijn huisdokter dat ook. Hij raadde mij aan om eens wat meer te
gaan wandelen. "Wandelen?", dacht ik, "met dit weer in Nederland?
Dan wordt ik veel te vaak nat." En dus zocht ik naar een alternatief. Ik
dacht dat gevonden te hebben in het bezoeken van een fitnesscentrum. En
warempel, het werkte ook nog. Verder ben ik toch maar regelmatig een eind gaan
wandelen (zo'n beetje in racetempo) en ook dat viel erg mee. Het blijkt dat je
in Nederland, ondanks het weer, vrijwel altijd wel een uur per dag of zelfs wat
meer buiten kunt zijn zonder (al te) nat te worden. Het gewicht nam weer af, ik
voelde me een stuk beter en geleidelijk hield ik energie over om er nog wat bij
te gaan doen. En de oude geliefde sport, die ik nooit vergeten was, maar waaraan
ik eerst niet durfde te beginnen, kwam weer in beeld. Toen ik contact op wilde
nemen met de Helmondse Amateur Boksers, waarvan ik het adres op internet vond
bij de NBB, bleek het clubgebouw te zijn uitgebrand en de telefoonnummers buiten
bedrijf te zijn. Via een aantal omwegen ben ik toen toch in contact gekomen met
de toenmalige voorzitter/secretaris/penningmeester. Toen ik hem vroeg of ik lid
kon worden, ondanks mijn niet al te jonge leeftijd, bleek daar geen bezwaar
tegen te zijn. Dit vond ik erg sympathiek en ik ben meteen lid geworden. Toen
het gebouw hersteld was ben ik met de training mee gaan doen en, wonder boven
wonder, kan ik het tot nu toe nog steeds volhouden. Zoals ik hiervoor al verteld
heb kost het moeite, maar dat geldt ook voor veel van de jongere gasten! Op dit
moment is boksen de voornaamste sport die ik beoefen en is het fitnessgebeuren
op de tweede plaats gekomen. Bovendien is het programma daarvan aangepast om het
boksen te ondersteunen. En zo
is het dus gekomen...
...en ik ben niet de enige!