Bokstechnieken
|
Deze pagina is nog in opbouw en werd het laatst
bijgewerkt op 5 maart 2003
|
Denk nu niet, dat je hier boksen kunt leren! Dat lukt niet uit een boekje en
ook niet met wat plaatjes op internet. Het enige wat ik probeer te doen is het
voor (nog) niet boksers duidelijk maken wat een aantal termen, die bij het
boksen gebruikt worden, betekenen. Lang niet alles zal hier worden behandeld,
maar de voornaamste termen zullen de revue passeren. Het kan echter nog even
duren voordat alle belangrijke onderwerpen genoemd zijn. Kom dus nog maar
eens terug om te kijken wat er dan weer staat. En nog een opmerking
vooraf: Op de foto's dragen de boksers soms geen handschoenen om de houding van de
hand bij het stoten duidelijk te laten zien. Bij de training, het sparren en bij
wedstrijden worden uiteraard altijd handschoenen gedragen!
|
BANDAGE |
Het aanbrengen van bandages om de handen is een van de eerste dingen, die een
bokser leert. Hierdoor wordt de hand beschermd en gesteund. Zoals veel dingen
bij het boksen is ook dit een simpele handeling. Als je precies wilt weten hoe
het in zijn werk gaat klik dan maar op de afbeelding hiernaast, dan krijg je een
beschrijving van hoe het gaat. Dit is de enige uitzondering op de regel. Ik ben
geen bokstrainer en wil ook op deze pagina's geen instructies gaan geven, maar
één uitzondering mag!
NB. Onderstaande afbeeldingen zijn met
toestemming overgenomen van de NBB-site.
|
BOKSHOUDING |
Hiermee wordt de lichaamshouding bedoeld, die de bokser aanneemt als hij met
boksen begint. De voeten staan dan in een kleine spreidstand en wijzen beide
naar voren. De knieën zijn licht gebogen om een goed evenwicht te hebben en
snel te kunnen uitwijken, zowel opzij als naar achter. Het
gewicht van de bokser rust op de bal van de voet. Bekijk verder de plaatjes
maar, die een bokser van opzij en van voren in bokshouding laten zien.
Rechtshandige boksers staan met de linker voet (en linker schouder) voor,
linkshandige boksers staan rechts voor. In de plaatjes zijn enkel rechtshandige
boksers te zien (die komen het meest voor) en de uitleg daarbij geldt dus voor
hen. Verwissel in de tekst rechts voor links en omgekeerd als je het verhaal toe
wilt passen op linkshandige boksers. Als je de plaatjes dan ook nog in de
spiegel bekijkt kloppen die ook weer!
|
VOETEN WERK |
In
principe zal de afstand tussen de voeten van een bokser nooit kleiner
worden dan in de bokshouding. Wil een bokser vooruit stappen, dan begint hij met
de voet die al voor staat en schuift bij met de achterste voet. Wil hij naar
achteren dan gaat eerst de achterste voet wat verder naar achter en de voorste
voet schuift weer aan. Bij het opzij stappen geldt hetzelfde principe: eerst de
voet verder naar de kant die de bokser op wil en dan met de andere voet
bijstappen. Een bokser maakt meestal maar kleine pasjes om altijd in balans
te zijn.
|
LINKER DIRECTE |
De stoot die meest te zien is bij bokswedstrijden is de linker directe.
Hiermee wordt "geschermd". De reactie van de tegenstander wordt
getest, er worden openingen in de verdediging mee gemaakt, er wordt mee
geplaagd, er wordt mee verdedigd en tenslotte wordt er ook nog mee gestoten. Uit
de plaatjes is te zien, dat de stoot vanuit de schouder begint en de vuist
zodanig gedraaid wordt dat de bovenkant van de hand ook echt boven is als de
tegenstander wordt geraakt. Bovendien is de pols recht en ligt de hand in het
verlengde van de arm. De stoot moet flitsend zijn, geen duwen, en moet nog
sneller weer terug in de verdediging zijn. Verder kun je zien dat de kin tijdens de stoot
achter de schouder verborgen blijft. Dit om eventuele schade, door de
tegenstander aangebracht, te voorkomen. Heel vaak wordt, voor er echt wordt
gestoten, snel een klein stapje voorwaarts gemaakt en uiteraard ook weer snel
(of sneller) terug.
|
RECHTER DIRECTE |
Een rechter directe is vaak een krachtiger stoot dan een linker. Dit komt
mede doordat een deel van het lichaamsgewicht achter die stoot wordt gezet door
het draaien van de romp en het strekken van het rechter been. De beweging van
arm en hand is vrijwel gelijk aan die bij een linker directe. De rechter
directe, zeker als die gestoten wordt naar de kin, is een echte afmaker. Om
jezelf weer te beschermen tegen stoten van je tegenstander blijft ook hier de
kin weer verborgen achter de schouder.
|
LINKER HOEK |
Over
de juiste techniek van de hoeken, dus ook die van de linker hoek bestaat wat
verschil van mening. Dit beperkt zich echter tot de houding van de hand bij het
treffen van een tegenstander. In dit verband zullen beide vormen worden
besproken. De beginhouding is uiteraard weer de normale bokshouding, waarbij de
ellebogen (vrijwel) tegen het lichaam liggen. Van daar uit gaat de hand wat naar
voren en de elleboog
omhoog tot onder- en bovenarm horizontaal zijn en ongeveer een rechte hoek met
elkaar maken. Tegelijkertijd draaien schouder en romp naar rechts. De kracht van
de stoot komt vooral uit deze draaiing en maar voor een deel uit de stotende
beweging van de arm. En nu het verschil van mening: Veertig jaar geleden is mij
aangeleerd om ook bij deze stoot de bovenkant van de vuist horizontaal naar
boven te houden, de pols recht en de hand dus in het verlengde van de onderarm
te houden. Op de foto is echter te zien, dat de bovenkant van de hand naar de
tegenstander is gericht. Dit is kennelijk in gebruik gekomen nadat ik met boksen
gestopt was. Nu echter wordt weer door sommigen de eerste methode aanbevolen.
Beide uitvoeringen hebben hun voor en nadelen, maar hier is het niet de plaats
om daarover uit te wijden. Doe wat de trainer je zegt en het komt goed!
|
RECHTER HOEK |
Ook
hier beweegt de hand wat naar voren en gaat de elleboog omhoog tot op
schouderhoogte. De voornaamste kracht komt weer uit het draaien van de
romp. Verder helpt het strekken van het rechter been hieraan mee. Zowel
bij de linker als bij de rechter hoek is het belangrijk om niet te ver te
draaien en weer snel in de (verdedigende) bokshouding terug te zijn. |
LINKER OPSTOOT |
De
bedoeling van een opstoot is om de verdediging van de tegenstander te
omzeilen en toch een treffer te plaatsen. Door onder de verdediging van de
tegenstander door te gaan is dat soms mogelijk. Dit moet meestal worden
voorbereid door andere (plaag)stoten, waardoor de verdediging van de
tegenstander omhoog gaat of zich opent. Vanuit de bokshouding
"valt" de linkerhand iets naar voren en gaat de elleboog snel
omhoog. De kracht van de stoot wordt sterk vergroot als gelijktijdig met
de stoot de heup wordt ingedraaid. De buitenkant van de hand is naar de
tegenstander gericht en de knokkels zijn omhoog gericht. Zoals gewoonlijk
vormen hand, pols en onderarm één lijn.
|
RECHTER OPSTOOT |
Het
wordt misschien wat eentonig, maar ook hier geldt weer, dat de uitvoering
van de stoot vrijwel hetzelfde is als voor de linkerhand. Dat de stoot
vaak harder aankomt dan die van links ligt o.a. aan het feit, dat bij een
rechtshandige bokser de kracht in de rechter arm wat groter is dan links
en omdat het lichaam, door het afzetten op het rechterbeen, beter kan
worden ingezet. |
COMBINATIES |
Een combinatie is een snelle opeenvolging van een aantal stoten. Elke tot nu
toe genoemde stoot is in een combinatie te gebruiken. Omdat elke stoot ook nog
eens naar verschillende delen van het trefvlak (zie hieronder) gericht kan
worden is het aantal mogelijke combinaties verschrikkelijk groot. Een goede
bokser heeft een aantal vaste combinaties in zijn programma opgenomen en zal
deze op het juiste moment weten te gebruiken. Iedere bokser heeft echter weer
zijn eigen favoriete combinaties die bij hem lekker lopen, gewoon omdat ze
motorisch goed bij hem passen. Verder kun je vaak zien uit welke
"stal" de bokser komt. De trainer drukt wel degelijk een stempel
op zijn boksers.
|
TREFVLAK |
Het toegestane trefvlak bij het boksen zijn de voor- en zijkant van de romp
boven de gordel (taille) en de voor- en zijkant van het hoofd. Als een stoot
daar treft komt hij voor de puntentelling in aanmerking. Een treffer op armen of
hand(schoen) wordt niet geteld en stoten onder de gordel, op de achterkant van
het hoofd, in de nek en op de rug zijn verboden. Hoe hard een stoot de
tegenstander raakt wordt niet in rekening gebracht bij de telling. Alleen het
treffen telt.
|
 |